The particular sadness of lemon cake dus. Eén beeld uit dit boek staat in mijn geheugen gegrift. Maar daar kan ik helaas niets over zeggen. Ik wil niemands leesplezier op voorhand bederven. Ik zeg dus alleen dat het iets met een stoel is. Lees het en je weet waar ik het over heb.
Misschien jammer dat ik vaag moet blijven, maar het iets-met-een-stoel is ook voor hoofdpersoon Rose zó absurd dat ze het eerst niet gelooft. Het kan niet, en toch is het zo. Je moet twee keer lezen om het te snappen, en dan snap je het nog niet. Dat past precies bij de situatie.
Nu wat concreter. Een ‘can do’ moeder heeft Rose volgens de achterflap van het (Engelse) boek. Leuk woord, ik heb er meteen een plaatje bij. Mouwen opstropen en taarten bakken maar! Liefdevol en warm is ze, maar algauw blijken daar wat gaten in te zitten. Dat proeft Rose in haar citroencake, en daarna in al haar andere gerechten. En in de gerechten van anderen. Dat stemt haar heel droevig, dus eet ze het liefst alleen nog maar kant-en-klare fabrieksproducten. Daar zit tenminste geen bijsmaak aan.
Een origineel gegeven. En dan schrijft Aimee Bender (wow, wat een site) ook nog eens alsof alle personages je familie zijn. Ik voel me bijna Rose – en ik lijk niet eens op haar. Heel intiem, knus en ook vaak ontzettend droevig. Want Rose’ afwijking – zo mogen we het wel noemen – maakt haar ook heel eenzaam. En dat proef je.